Stockholm
18 Sep, Wednesday
8° C
TOP

De optimalist is de nieuwe perfectionist

Ooit was perfectionisme de negatieve karaktertrek die ergens toch best stoer was. Anno nu zijn doorgaan tot je erbij neervalt en dingen zeggen als ‘slapen doe ik wel als ik dood ben’ gewoon niet sexy meer, want we weten beter. Tijd om eens kritisch te kijken naar je prestatiedrang.

Zoals Salvador Dalí zei: ‘wees niet bang voor perfectie, je gaat het toch nooit bereiken’. Dat dat waar is, weten we gevoelsmatig wel. Waarom willen we dan steeds zo snel door naar het volgende, grotere, snellere, betere? Dat komt simpelweg omdat we mens zijn, concludeerde de Oostenrijkse psychiater Albert Adler al in de jaren ‘30. Volgens Adler is ieder mens van nature gericht op bekwaamheid en zelfbeheersing, als een creatieve compensatie voor het gevoel dat we maar weinig controle hebben in dit gigantische universum. Perfectionisme kent veel vormen, die in grote lijnen ‘gezond’ of ‘neurotisch’ zijn, zo is onderzocht. Gezond perfectionisme helpt je om je doelen te bereiken en heeft vaak ambitie als drijfveer, terwijl neurotisch perfectionisme je vooral heel veel hoofdpijn bezorgt en ontstaat vanuit faalangst. 

Ieder mens is van nature gericht op bekwaamheid en zelfbeheersing, als een compensatie voor het gevoel dat we maar weinig controle hebben in dit universum

Foutje, bedankt

In het boek Burnout: the Secret to Unlocking the Stress Cycle leggen onderzoekers Emily en Amelia Nagoski dit op een duidelijke manier uit. Een opgeruimd huis willen en je werk dubbel checken op fouten is bijvoorbeeld prima, maar het wordt een probleem als je perfectionisme een strategie wordt om te dealen met stress, depressie, angst, eenzaamheid, boosheid of wanhoop. Ga je dus op een positieve en gezonde manier met je problemen om, dan bezorgen hoge standaarden en discipline je weinig last. Hou je er steeds vervelende gedachten en gevoelens op na, dan ligt daar je grens, aldus de Nagoski’s. Je checkt dan obsessief je werk omdat je bang bent om een foutje te maken en alles te verpesten, bijvoorbeeld. 

Je perfectionisme is dan een copingsmechanisme geworden voor onderliggende problemen. Helaas is het zo dat wanneer je jezelf een onmogelijk doel stelt, namelijk perfectie, iedere onverwachte wending in je dag, op je werk of in je relaties je van slag zal brengen. Of het zal je ontmoedigen, omdat je van tevoren weet dat het toch niet haalbaar is. Perfectie is namelijk net als de billen van Kim, groots en meeslepend, maar ook nep. 

Perfectionisme kan een copingsmechanisme zijn

Controle willen

De basis van perfectionisme is het geloven dat je eigenwaarde afhankelijk is van je prestaties. Dat idee kan ontstaan in je jeugd en vaak in combinatie met andere zaken, bijvoorbeeld hoge verwachtingen van ouders en weinig zelfvertrouwen. Zogenaamde perfectie kan dan een manier zijn om liefde en acceptatie te ontvangen. Of om een gevoel van controle te creëren in een anders chaotische, onveilige omgeving. 

Ook onze maatschappij met al haar culturele normen en waarden kan bijdragen aan ongezond perfectionisme, onderzochten Amerikaanse researchers. Millennials voelen zich veel meer onder druk staan om een ‘perfect’ leven te leiden dan jongeren in de jaren ‘80. Dat komt mede omdat de samenleving onder het neoliberalisme steeds individualistischer, materialistischer en prestatiegericht is geworden, zeggen deze onderzoekers. Jonge mensen zijn zich nu bewuster van wat ze hebben en vooral niet hebben, wat ze zijn en vooral niet zijn. Vooral omdat social media je de hele dag bestookt met ‘moetjes’. Voor je het weet zit je óók te mijmeren over een solo backpack door Laos, ook al heb je geen idee waar het precies ligt. Of sta je ineens in de Etos voor een mini-stofzuiger voor je poriën. Vermoeiend.

De basis van perfectionisme is het geloven dat je eigenwaarde afhankelijk is van je prestaties

Ook onze maatschappij met al haar culturele normen en waarden kan bijdragen aan ongezond perfectionisme, onderzochten Amerikaanse researchers. Millennials voelen zich veel meer onder druk staan om een ‘perfect’ leven te leiden dan jongeren in de jaren ‘80. Dat komt mede omdat de samenleving onder het neoliberalisme steeds individualistischer, materialistischer en prestatiegericht is geworden, zeggen deze onderzoekers. Jonge mensen zijn zich nu bewuster van wat ze hebben en vooral niet hebben, wat ze zijn en vooral niet zijn. Vooral omdat social media je de hele dag bestookt met ‘moetjes’. Voor je het weet zit je óók te mijmeren over een solo backpack door Laos, ook al heb je geen idee waar het precies ligt. Of sta je ineens in de Etos voor een mini-stofzuiger voor je poriën. Vermoeiend.

De optimalist

En dan nu: optimalisme. Schrijf het op, print het uit, hang het boven je bed, want dit is belangrijk. Het tegenovergestelde van perfectionisme en bittere zelfkritiek is zelf-compassie, oftewel gewoon aardig zijn voor jezelf, zoals je (hopelijk) bent tegen je vrienden. Je kunt absoluut bereiken wat je wilt zonder jezelf voor je kop te slaan elke keer dat er een obstakel optreedt, schrijven Amelia en Emily Nagoski in hun boek. Zij stellen voor dat je de zweep even neerlegt en stopt met jezelf te straffen. Het is namelijk niet de zweep die je sterker maakt, maar je vermogen om jezelf op een liefdevolle manier door moeilijke situaties te leiden. En dat is door de realiteit onder ogen te zien, namelijk dat fouten maken, jezelf vergissen of tegenslag hebben menselijk is. 

Harvard professor Tal Ben-Harar schreef hier een interessant boek over genaamd De Optimalist. Dat gaat over het realistisch benaderen van je leven. Optimalisten kunnen dezelfde hoge verwachtingen en grote ambities hebben als perfectionisten, maar zij pakken het proces anders aan. Waar de perfectionist in een rechte lijn naar zijn doel wil, houdt de optimalist rekening met een opwaartse spiraal. De realiteit is namelijk dat welk doel je je ook stelt, het pad ernaartoe zal nooit precies lopen zoals je verwacht of hoopt. Optimalisme is daarom een stip aan de horizon zetten, weten waar je heen wilt en de waarheid voor lief nemen; namelijk dat er doodlopende wegen gaan zijn, je fouten zal maken en er nog veel meer uitdagingen op je pad gaan komen. De kunst is om je daar niet tegen te verzetten. Ben-Harar zegt dat hoe gemotiveerd je ook bent, de druk om een inspanning vol te houden wordt ondraaglijk als het hele proces – de reis – ongelukkig is. Je blind staren op een doel is daarom niet nodig en werkt juist verlammend. Kleine stappen zetten en hiervan kunnen genieten zorgen er juist voor dat je eindeloos kunt doorgaan. Je bent er dan in for the long run, zegmaar. Nu we erover nadenken… Is dit niet de definitie van leven? Interessant dus om eens na te denken wat optimalisme voor jou persoonlijk betekent.